Noem het voorkennis.
Gisteravond liep ik nonchalant met twee jongens langs het roodwitte lint. Ik maakte een praatje met de congierge en zwaaide naar de beveiligingsman. In barretje Hilton bestelden we appelsap en een plat water bij de open haard.
Het grote wachten was begonnen. Chipjes en nootjes werden besprongen door mijn uitgehongerde duiven. Ze waren nuchter van huis meegenomen voor dit avontuur. Alexander tekende handen in zijn boekje, terwijl Arthur met zijn bekende frons hardpratende Italianen bespiedde. " Volgens mij zijn het boeven en hebben ze een bom." Wat lijkt hij soms op Geert Wilders.
Terwijl ik de twee drankjes afreken ( 10 hele euro's) ben ik mijn kleintjes kwijt.
Snel loop ik met tientallen rood witte trainingspakken de gang uit richting lobby en zie een stralende jongen omhoog kijken naar al zijn idolen. Links en recht lopen ze hem voorbij en ik weet dat hij dit moment altijd zal onthouden.
Het opperidool sjokt achterop. Hij kijkt op vanaf zijn mobiel en ziet hem staan.
" Mag ik je handtekening?"
"Mag ik die van jou dan?"
Het opperidool verdwijnt richting zijn werk en de lobby is weer leeg.
" Dag Huntelaar" hoor ik zachtjes naast me.