Onze voeten springen over de schooldrempel.
De regels zeggen dat ik hier niet meer mag zijn. De echo van de tweede bel sterft weg. De oudste gaat stuurboord, met een bezwaard hart. Hij houdt niet van ogen en aandacht. Hij ziet in zijn leven manshoge barricades maar zijn wil zal die slechten. Vrienden zijn belangrijker dan hijzelf.
Dat verhelpen we wel. Hij komt wel goed terecht.
Mijn kleuter gaat bakboord en is me al vergeten. Ik loop naar buiten en kijk naar hem door het raam. Hij vlindert en zijn lijf en mond staan niet stil. Het leven is mooi en zijn spiegelbeeld zijn grootste vriend.
Het nu is toen en toekomst tegelijkertijd.
Mijn gevoel maakt mijn hart bang. Mijn liefde kan hem niet eeuwig beschermen.
Alexander loopt nu al drie weken achteruit.