Schoenen doen me niets.
Het zijn hoeden die me weg doen dromen. Ik heb er vele, vele onder het stof. Het oranje potmodel waarmee ik me in de jaren '20 waan, een zwierige zwarte voor de Onassis-look, een gigantisch strandexemplaar van stro.
Ik koop ze, leg ze in de kast tot ze langzaam van vorm veranderen. Want dit is Nederland en ik heb me keurig aan de ongeschreven regel te houden "Doe maar gewoon, uitslover". Zelfs op weg naar een bruiloft sloeg ooit de twijfel toe. "Ken ik het bruidspaar wel goed genoeg om deze hoed te dragen? "
Er zijn maar twee plekken waar ik mijn hoeden draag. Op mijn verjaardagslocatie ( hoed verplicht) en thuis in de keuken. Deze kocht ik vandaag bij de rommelmarkt in het gehucht (bouwjaar 1974).