08.00
Onrecht. Het knallen van een deur. Hij loopt weg van huis.Ik volg zijn spoor. Lange lege straten en een bonzend hart. Zoekende ogen en een tril in de stem.
Tenslotte lange uithalen en een smeekbede.
08.10
Glurende buren en een broer die Alexander alle pokomons van de wereld wil geven. Als hij er maar weer is.
08.15
De deur van ons huis gaat plots open en een lachend geziocht komt naar buiten. Via de tuindeur had hij zich weer verstopt in huis.
Hij is pas vijf. wat staat me nog te wachten?